Van ver gekomen,
verbonden met
een thuisgrond van licht.
Mijn ziel – onaangetast
jong en eeuwenoud.
Een ik in wording,
groeiend tot
een boom van waarheid.
De roep van handen,
onomwonden liefde.
Dan voel ik
mijn voeten op aarde.
Diep geworteld,
mijn kroon in het licht.
Uit: de Maskermaker